Trauma en het delen van ervaringen

AWK onderzoek - Hoe dragen emotiedialogen tussen moeders en kinderen bij aan het functioneren na trauma?

Children’s trauma exposure and sharing of experiences. How do mother-child emotion dialogues help or hinder recovery?

Afgerond onderzoek

Onderzoeker: Mathilde Overbeek

Looptijd project: 1 November 2016 – 31 mei 2020

Doel van het project
Het doel van het project was om meer inzicht te krijgen in de overeenkomsten en verschillen in gesprekken over emotionele gebeurtenissen tussen moeders en kinderen in gezinnen met en zonder traumatische achtergrond, en de inhoud van deze gesprekken te koppelen aan de kwaliteit van de ouder-kind interacties en het functioneren van de kinderen.

Onderzoeksopzet
Het onderzoek is uitgevoerd onder 299 moeder-kinddyades. Van deze dyades hadden 213 een trauma meegemaakt (huiselijk geweld (70.9%), seksueel misbruik moeder (15.0%), seksueel misbruik kind (8.0%), seksueel misbruik moeder en kind (6.1%)) en 86 hadden geen trauma meegemaakt. Alle dyades participeerden in de Autobiographical Emotional Events Dialogue (AEED; Koren-Karie, Oppenheim, Haimovich, & Etzion-Carasso, 2000), waarbij zij samen vier waargebeurde verhalen vertelden over wanneer het kind zich blij, boos, bang en verdrietig voelde. De transcripten van deze taak zijn gecodeerd als maat voor de kwaliteit van de moeder-kindinteractie. Daarnaast zijn ook de besproken thema’s en de manier waarop kinderen omgaan met negatieve gevoelens, zogenaamde coping-vaardigheden, gecodeerd, evenals symptomen van posttraumatische stress.

Conclusies
Blootstelling aan traumatische gebeurtenissen is van grote invloed op alle betrokkenen en is terug te zien in verschillende domeinen: de onderwerpen die dyades kiezen om over te vertellen, de kwaliteit van de moeder-kindinteractie, en het functioneren van kinderen: zowel hun manier van omgang met negatieve gevoelens, als hun symptomen van posttraumatische stress. Deze domeinen beïnvloeden elkaar ook onderling; het bespreken van traumatische gebeurtenissen hing samen met minder adaptieve coping-vaardigheden en een lagere kwaliteit van interactie tussen moeder en kind. Adaptief omgaan met boze gevoelens en meer coöperatief gedrag van kinderen in interactie met hun moeder hingen samen met minder symptomen van posttraumatische stress bij kinderen. Deze resultaten kunnen van meerwaarde zijn voor de behandeling van gezinnen blootgesteld aan traumatische gebeurtenissen.